Chercheurs Onderzoekers

André Deridder

André Deridder est professeur d’histoire du théâtre au Lycée Martin V de Louvain-la-Neuve et d'histoire au Collège Jean XXIII de Bruxelles. Il a été adjoint de direction de la Bibliothèque des arts et des lettres de l’UCLouvain et responsable de la section des arts du spectacle pendant près de 20 ans ainsi que président du Centre SIBMAS de la Communauté française pendant 10 ans. André Deridder is leerkracht theatergeschiedenis aan het Lycée Martin V in Louvain-la-Neuve en leerkracht geschiedenis aan het Collège Jean XXIII in Brussel. Hij was adjunct-directeur van de Bibliothèque des arts et des lettres van de UCLouvain en bijna 20 jaar verantwoordelijk voor de afdeling podiumkunsten. Hij was evenals 10 jaar voorzitter van het SIBMAS-centrum van de Franse Gemeenschap.
En qualité de chercheur indépendant, ses recherches portent principalement sur les captations de spectacles et les relations entre la scène et les écrans ainsi que sur la programmation théâtrale à Bruxelles avant la Première Guerre mondiale. Il collabore régulièrement à diverses revues belges et internationales. En plus de l’inclusion de données dans Scapin, André Deridder a participé activement aux réunions de réflexion sur Scapin et Phormion. Als onafhankelijk onderzoeker richt hij zijn onderzoek voornamelijk op de opnames van voorstellingen en de wisselwerking tussen podium en scherm, evenals op het theaterprogramma in Brussel vóór de Eerste Wereldoorlog. Hij werkt daarbovenop ook regelmatig samen met verschillende Belgische en internationale tijdschriften. Naast het toevoegen van gegevens aan SCAPIN, heeft André Deridder ook actief deelgenomen aan de denksessies over SCAPIN en Phormion.

Répartition des droits d’auteurs perçus par la SCAD en dehors de la France (1899-1914) Verdeling van de auteursrechten geïnd door de SACD buiten Frankrijk (1899-1914)

Ce graphique illustre les droits perçus par la Société des auteurs et compositeurs dramatiques (SACD) de Paris à l’étranger, y compris donc la Belgique, pour les saisons théâtrales allant de 1899 à 1914. On constate que 48% de l'ensemble de ces droits sont générés par 10 théâtres situés à Bruxelles, 2 institutions de grande importance (Galeries et Monnaie) représentant à elles seules près de 20%.
Si aucune évolution ou révolution dramaturgique ou scénique n’apparaît réellement au début du XXe siècle, celui-ci représente pourtant un sommet inégalé de l’activité théâtrale, tant par le nombre de représentation que par celui des salles en exercice dans la capitale belge. Une analyse plus fine des spectacles présentés déterminerait, non seulement les goûts du public d’antan mais aussi les stratégies commerciales des directions des institutions théâtrales qui concentraient l’un des loisirs les plus populaires de l’époque. Deze grafiek biedt een overzicht van de auteursrechten geïnd door de Parijse Société des Auteurs et Compositeurs Dramatiques (SACD) in het buitenland, waaronder België, voor de theaterseizoenen van 1899 tot 1914. We zien dat 48% van deze rechten wordt gegenereerd door 10 theaters in Brussel, waarbij twee belangrijke instellingen (Galeries en Monnaie) samen goed zijn voor bijna 20%.
Hoewel er aan het begin van de 20e eeuw geen grote dramatische of scenische evolutie of revolutie plaatsvond, is deze periode toch een ongeëvenaard hoogtepunt op het vlak van theatrale bedrijvigheid, zowel qua aantal voorstellingen als qua aantal actieve zalen in de Belgische hoofdstad. Een uitgebreidere analyse van de opgevoerde voorstellingen zou niet alleen de smaak van het toenmalige publiek kunnen onthullen, maar ook de commerciële strategieën van de besturen van de verschillende theaterinstellingen, die één van de populairste vrijetijdsbestedingen van die tijd beheersten.

Julie Feltz

Docteure en arts du spectacle depuis mai 2023 (UCLouvain et Université Paris Nanterre, en cotutelle), Julie Feltz a réalisé une thèse s’intitulant « Théâtre jeune public en Belgique francophone : histoire et devenir d’une spécificité. Des conventions (pratiques et valeurs) à l’épreuve d’une transmission ». Julie Feltz heeft in mei 2023 haar doctoraat in de podiumkunsten behaald aan de UCLouvain en de Université Paris Nanterre (gezamenlijk diploma) met haar proefschrift getiteld “Théâtre jeune public en Belgique francophone : histoire et devenir d’une spécificité. Des conventions (pratiques et valeurs) à l’épreuve d’une transmission”.
Dans le cadre de cette recherche, elle a collecté au début de son doctorat de nombreuses informations sur les spectacles passés aux Rencontres Théâtre Jeune Public depuis 1976, suite à plusieurs visites au fonds d’archives de la Chambre des Théâtres pour l’Enfance et la Jeunesse (CTEJ). Désirant visibiliser l’importante production de spectacles pour le jeune public en Belgique francophone, elle a proposé aux AML d’injecter ces informations dans leur base de données de la mémoire des Arts de la scène, en collaboration avec la CTEJ. In het kader van dit onderzoek heeft zij aan het begin van haar doctoraat veel informatie verzameld over de voorstellingen die sinds 1976 op het theaterfestival Rencontres Théâtre Jeune Public zijn opgevoerd, door meerdere bezoeken aan de archiefbestanden van de Chambre des Théâtres pour l’Enfance et la Jeunesse (CTEJ). Om de unieke theaterproductie voor een jong publiek in Franstalig België onder de aandacht te brengen, heeft zij aan de AML voorgesteld deze informatie, in samenwerking met de CTEJ, op te nemen in hun databank voor het geheugen van de podiumkunsten.

Nombre de cies ayant présenté leur premier spectacle à Huy en... Aantal gezelschappen die hun eerste voorstelling hebben opgevoerd in Hoei in…

Ce graphique présente le nombre de nouvelles compagnies ayant présenté leur premier spectacle aux Rencontres Théâtre Jeune Public (traditionnellement organisées à Huy), par année. Il permet d’observer l’évolution du secteur, en mettant en évidence des années où de nombreuses jeunes compagnies ont présenté un premier spectacle : 1991, 1998 et 2011. Il faut cependant le considérer avec prudence, car ces jeunes compagnies n’ont pas nécessairement continué leurs activités après cette première incursion aux Rencontres Théâtre Jeune Public. Il ne reflète donc pas l’évolution réelle du nombre de compagnies actives en théâtre jeune public. Deze grafiek toont het aantal nieuwe gezelschappen per jaar die hun eerste voorstelling hebben opgevoerd op de Rencontres Théâtre Jeune Public (traditioneel georganiseerd in Hoei). De cijfers geven een mooi beeld van de ontwikkeling van de sector, waarbij de jaren 1991, 1998 en 2011 opvallen vanwege het hoge aantal jonge gezelschappen die hun eerste voorstelling opvoerden op het theaterfestival. Toch moeten deze cijfers ook met de nodige voorzichtigheid worden bekeken, aangezien deze jonge gezelschappen niet noodzakelijk hun activiteiten hebben voortgezet na hun eerste voorstelling op de Rencontres Théâtre Jeune Public. De grafiek weerspiegelt dus niet de werkelijke evolutie van het aantal actieve gezelschappen in het theater voor een jong publiek.

Diffusion des spectacles primés à Huy Verspreiding van de bekroonde voorstellingen in Hoei

Ces graphiques ont l’air de montrer une corrélation entre le fait de recevoir un prix aux Rencontres Théâtre Jeune Public et le fait de réaliser une tournée importante. Cependant, les données des tournées sur Scapin pour les spectacles de théâtre jeune public ne sont pour le moment pas complètes, et ce graphique ne représente pas la réalité. C’est pourtant un exemple de ce qui pourrait être réalisable si la base de données Scapin était complétée et contenait effectivement toutes les données des tournées ; en espérant que cela soit le cas prochainement avec la collaboration des compagnies et lieux de représentation. Deze grafieken lijken een wisselwerking te tonen tussen het ontvangen van een prijs op de Rencontres Théâtre Jeune Public en het realiseren van een succesvolle tournee. Momenteel zijn de gegevens in SCAPIN over de tournees van theaterproducties voor een jong publiek onvolledig, waardoor deze grafieken echter geen accurate weergave van de werkelijkheid zijn. Dit voorbeeld illustreert wat mogelijk zou kunnen zijn als de databank van SCAPIN verder wordt aangevuld en alle gegevens over de tournees bevat. Hopelijk wordt dit in de toekomst mogelijk door nieuwe samenwerkingen met gezelschappen en theaters.